Van Beverlo naar Genk en daarna in Lier om tenslotte na Gent in Tessenderlo te belanden. Het zou een mooie wielerwedstrijd zijn. Doelman Roekaerts heeft deze weg al eens afgelegd. De man die als 17-jarige knaap vorig seizoen naar Thes kwam, stond 12 maanden later opeens in doel bij het eerste elftal. Wij stelden 18 vragen aan onze 18-jarige doelman. Een doelman met een plan.
Wat weet je nog over 9 december vorig jaar?
“Dat is de wedstrijd tegen URSL Visé waar ik mijn debuut heb gemaakt! Door de blessure van Tibo (Herbots) ben ik moeten invallen. Natuurlijk wens ik hem dat niet toe en hoop dat hij snel de trainingen kan hervatten. Voor de rust gebeurde er een botsing en toen zei de keeperstrainer (Glenn Hermans) dat ik mij moest klaarmaken indien Tibo niet meer kon verderspelen. Vijf minuten in de tweede helft was het zover en wist ik dat het aan mij was. Alles ging heel snel toen. Voor mezelf was ik heel blij, want daar werk ik elke week enorm hard voor. Toch besef je het pas als je effectief op het veld staat.”
“Ik zat al enkele keren dicht bij een debuut. Dit seizoen, maar ook vorig seizoen was de kans er. Ik ben heel blij dat ik het op 9 december heb meegemaakt. In het begin van die invalbeurt verliep alles wat stroef, maar nadien zat ik wel goed in de wedstrijd. Zeker met het doelpunt van Izzy (Ismail Bilgin) was ik heel blij omdat je weet dat je daardoor gaat winnen. Zeker het laatste fluitsignaal was een heel euforisch moment.”
Vorig seizoen was je nog derde doelman..
“In het begin zat ik zelfs nog bij de beloften. Ik mocht toen één keer om de twee weken meetrainen met de eerste ploeg. Dat is telkens meer en meer geworden. De match in en tegen AA Gent U23 vorig seizoen was de eerste wedstrijd dat ik met de eerste ploeg mee mocht, tegen mijn ex-ploeg trouwens. De dag ervoor had ik nog een wedstrijd met de beloften gespeeld. Tijdens de rust kwam de toenmalige keeperstrainer (Niels Hermans) naar mij om te zeggen dat ik met de eerste ploeg mee zou gaan. De tweede helft heb ik me nog moeilijk kunnen concentreren.”
“Sinds dat moment is het heel snel gegaan voor mij. Dit seizoen ben ik reservedoelman bij de eerste ploeg en ook dat is al een mooie bekroning. Vanaf de eerste ontmoeting hadden ze met mij een duidelijk plan van aanpak opgesteld. Ik ben nog jong en ik ben er zeker van dat mijn kansen nog zullen komen. Ik wil hier zo snel mogelijk eerste doelman worden, maar besef zeker dat ik nog jong ben.”
Heeft je rugnummer een speciale betekenis?
“Ik ben begonnen als doelman bij KRC Genk en toen waren er drie doelmannen. De rugnummers werden gekozen op alfabetische volgorde. De ‘R’ van Roekaerts komt pas op het einde waardoor ik een vrij hoog nummer kreeg. In mijn geval was dat nummer 27. Vanaf toen heb ik altijd met dat nummer gespeeld. Ook op school als we ergens een nummer moesten kiezen, ging ik altijd voor nummer 27. En ik vind het wel leuk omdat het niet zo vaak voorkomt. Ook als ik foto’s van vroeger zie, is het fijn om te kijken welke evolutie ik heb doorgemaakt.”
Waarom de stap van AA Gent naar Thes Sport?
“Eerst zat ik bij KRC Genk en ben nadien één seizoen naar Lierse SK gegaan. Zij gingen jammer genoeg failliet en toen ben ik vertrokken naar AA Gent. Ik werd gescout door iemand van AA Gent en zat toen als 12-jarige jongen in Gent op internaat. Dat was in het begin heel moeilijk omdat je er niemand kent. Op het einde ging dat wel beter. Je leert iedereen kennen en veel ploeggenoten van mij zaten ook op internaat. Mijn eerste jaren bij AA Gent waren leuk, maar het laatste jaar niet meer. Het spelplezier was volledig weg en de speelminuten gingen achteruit. Tijdens de schoolvakanties maakte ik de verplaatsing van thuis en ging ik elke dag met de trein naar Gent. Ik heb elke trein wel gezien denk ik.” (lacht)
“Ik woon in Beringen en Thes was daarom de ideale club voor mij. Ik wou terug plezier hebben in voetbal. Ik hoorde heel veel goede verhalen over Thes van andere jongens die ik ken van in de buurt. Ik heb een gesprek met Dirk Thoelen gehad en dat was heel positief. Toen ik hier toekwam, was ik net 17 geworden. Ik ben hier heel gelukkig en met alle doelmannen heb ik een goede band. Thes was de perfecte keuze.”
Wie is je grootste supporter?
“Mijn familie uiteraard. Zelfs mijn jongere zus komt nu kijken en dat was vroeger niet het geval. Het liedje na een gewonnen wedstrijd met de trommel vindt ze geweldig. Ook mijn hond Bo is er elke week bij. Eigenlijk komt die vooral mee voor de chips. (lacht) Hij weet ook als de scheidsrechter fluit voor de rust, dat hij chips krijgt in de kantine. Bo zit altijd bij de zetels in de Maeskantine en wacht ook braaf op mijn papa tot hij met de chips terugkomt.”
“Als de chips op is, weet hij ook dat het terug tijd is om naar buiten te gaan. De hond associeert voetbal ook met het zakje chips en gaat niet weg voor hij chips heeft gehad. We hebben twee honden, maar de kleinste blijft liever thuis. Ik speel vaak met hen en ook met een bal af en toe. Ik heb heel veel aan mijn honden en kom zelfs speciaal thuis studeren om ze nog eens te kunnen zien.”
Was je vroeger ook doelman?
“Ik ben beginnen voetballen bij Red Star Beverlo. Eigenlijk mocht ik niet meedoen omdat ik nog te jong was. Ik was zelfs niet ingeschreven om te mogen voetballen. Bij KRC Genk spelen jeugdspelertjes tijdens de rust kleine wedstrijdjes op het veld. Daar ben ik gescout geweest door iemand van KRC Genk. Tot de U10 ben ik veldspeler geweest omdat ze nadien pas doelmannen selecteren. Aanvankelijk was ik niet overtuigd, maar op vraag van mijn trainer heb ik het toch geprobeerd. Vanaf de eerste keeperstraining vond ik dat heel fijn om te doen.”
Doelmannen moeten een beetje gek zijn, ben jij een beetje gek?
“Als ik mezelf zou moeten omschrijven, ga ik niet ‘gek’ zeggen. Ik ben ook zeker niet de gekste doelman zoals een Ederson bijvoorbeeld. Naast het veld ben ik eerder rustig, maar op het veld is dat wel af en toe je verstand op nul zetten en er vol voor gaan. Het is altijd leuk om ballen te pakken en te laten zien dat je er staat als doelman. Van Glenn (Hermans) kan ik nog veel leren om gek te worden als doelman.” (lacht) Uitvoetballen onder de druk van de tegenstander is een heel fijn gevoel. Dat vind ik misschien wel het leukste als doelman. Elke keer als het lukt, is dat genieten.”
Kan je jouw (zware) studies combineren met voetbal?
“Ik studeer biomedische wetenschappen aan de KU Leuven. Dat is eigenlijk het onderzoeken van mensen op medisch vlak. Welke impact dat ziektes kunnen hebben op het menselijk lichaam zoals een tijdje geleden bij het coronavirus. Het is geen simpele studie, maar als ik alles goed plan, is het wel doenbaar. Ik zit er op kot en rijd samen met twee spelers van de beloften die ook in Leuven studeren. Dat maakt de verplaatsingen wel wat leuker.”
“Er kruipt wel wat tijd in waardoor ik niet veel vrije tijd heb. Nu is het even op de tanden bijten en hopen dat ik zal slagen voor mijn examens. Deze week ga ik mijn punten krijgen en ben er wel benieuwd naar. De voorbereiding ging goed en hoop dat al het werk niet voor niks is geweest.”
Speel je mee in de tv-serie ‘Milo’?
“Daar heb ik heel veel reacties op gehad, zelfs van vrienden die het geloofden. Zelf vond ik het ook wel grappig om het te lezen op het verhaal van Thes. Blijkbaar gaat dat over een meisje? Maar ik kan jullie geruststellen dat ik het niet ben. Mij zal je niet snel op het tv-scherm zien en ik ben ook niet zo’n grote tv-kijker. Programma’s zoals ‘De Mol’ en ‘De Slimste Mens ter Wereld’ kijk ik wel, maar zeker niet dagelijks. En uiteraard als er een leuke voetbalwedstrijd te zien is.”
Wat doe je in je vrije tijd?
“Veel met de honden leuke dingen doen. Ook met de familie, maar de honden zijn een deel van de familie dus die reken ik daarbij. Ik ga graag weg met vrienden en andere sporten zoals padel en fietsen met mijn vader doe ik ook graag. Als er nog tijd over is, vind ik het wel leuk om samen met vrienden naar de fitness te gaan. In mijn vrije tijd probeer ik voetbal links te laten liggen om de nodige rust te vinden. Dat heb ik wel nodig.”
Waar sta je binnen 5 jaar onder de lat?
“Dat is een moeilijke vraag vind ik. Dan ben ik 23 jaar, wat wel een goede leeftijd is voor een doelman. Ik hoop om ooit nog een stapje hoger te mogen zetten. Ik wil vooral ergens gelukkig onder de lat staan. Ik zie mezelf hier nog wel een tijdje zitten. Eerste doelman worden is mijn eerste doel en dan zien we wel. Zolang ik maar gelukkig ben.”
Waar sta je binnen 10 jaar onder de lat?
“Dan ben ik al een ancien hé. Het buitenland? Dat zou mooi zijn, al zie ik mezelf niet zo snel verhuizen. Ik zou graag doelman zijn, willen combineren met mijn studies omdat ik die echt wel interessant vind. Je weet nooit wat de toekomst brengt, want het kan heel erg snel gaan. Ik zit hier goed en voel me ook goed. Als ik mijn carrière bij Thes kan alfsluiten, zou dat heel mooi zijn.”
Wat is je droomclub?
“Dat is altijd Manchester City geweest. Ederson vind ik een heel goede keeper. Ik volg elke wedstrijd en als ik tijd heb, kijk ik de wedstrijden ook. Ik heb maar van één ploeg een truitje en dat is van Manchester City. Sinds Kevin De Bruyne er speelt, ben ik fan geworden. En met Ederson is dat alleen maar gegroeid. Ze hebben gewoon een heel goede ploeg.”
Tenslotte ga ik je vijf dilemma’s voorschotelen. Je trekt telkens één kaartje waar een dilemma opstaat en je kiest het meest passende voor jou.
Nooit hoeven te eten – Nooit hoeven te slapen
“Dat is al meteen een stevig dilemma. Het probleem is dat ik het allebei wel graag doe. Doe toch maar: ‘Nooit hoeven te slapen’, omdat ik echt kan genieten van lekker eten. Een goed stukje vlees op restaurant smaakt altijd!”
Te lang haar – Te kort haar
“Ze lachen soms met mij omdat ik een permanentje heb door mijn krullen. Doe maar: ‘Te kort haar’ dan. Ik kan er niet tegen als er haar voor mijn ogen hangt.”
Smoutebollen – Churros
“Zonder twijfel kies ik: ‘Smoutebollen’ hier. Één keer per jaar hebben we kermis in het dorp waar ik woon. We doen er geen attracties, maar gaan enkel voor de smoutebollen. Samen met mijn zus is dat wel een traditie en een leuke traditie.”
Wout van Aert – Mathieu van der Poel
“Geen moeilijk dilemma voor mij. Ik kies: ‘Mathieu Van Der Poel’. Hij kan echt alles. Mijn vader supportert voor Wout van Aert en dat zijn thuis altijd wel leuke gesprekjes dan. (lacht) Het is ook wel een toffe kerel denk ik.”
Dierentuin – Attractiepark
“Dan ga ik voor een: ‘Attractiepark’ kiezen. Als kind was dat altijd leuk om er naartoe te gaan. Ik denk zelfs dat ik maar één keer in mijn leven naar een dierentuin ben geweest. Mijn favoriete attractiepark? Walibi!”