We kennen hem natuurlijk allemaal, maar wie is de mens achter de voetballer? We hadden een enthousiast gesprek met een enthousiaste persoon die geen enkel thema uit de weg ging. 16 vragen voor onze nummer 16 en de leider van onze Looise defensie.
Het is je vijfde seizoen bij Thes, mogen we het woord ‘clubliefde’ in de mond nemen?
“Als je tegenwoordig vijf jaar bij dezelfde club bent, is dat wel zo. Uiteindelijk is het ook wel een grote familie hier. Je wordt gewaardeerd en weet ook wat er in de club gebeurt. Met heel veel plezier ben ik hier al vijf jaar. Het is ook al een beetje familie voor mij. Ik heb hier met iedereen een goede band en je kent elkaar al jaren. Er kan gelachen en plezier gemaakt worden én ik kan iedereen nog steeds recht in de ogen aankijken dus het is wel heel leuk hier.”
Wat is je mooiste moment bij Thes tot nu toe?
“Er zijn elk seizoen wel een x-aantal leuke momenten. Als ik echt moet kiezen is dat mijn eerste seizoen hier. We werden met een straatlengte voorsprong kampioen zonder de eindronde mee te tellen. Er zaten profclubs bij zoals: Virton, RWDM en Deinze. Als je dan zo’n seizoen op de eerste plaats kan eindigen, is dat echt waanzin. Na de wedstrijd was er ook altijd een leuke sfeer op het veld en met de supporters, dat was fantastisch.”
Wat denk je van de nieuwe trainer?
“Ik ken hem wel van vroeger en als speler heb ik er ook eens tegen gevoetbald, dus hij is zeker niet onbekend. Als trainer ken ik hem niet echt. We hebben wel al eens gebeld met mekaar om te spreken over volgend seizoen. Hij is heel gedreven en wil graag het beste ervan maken.”
“Eerst beginnen met een goede groep te vormen en dan zijn visie doorzetten op het veld. Ook kan ik nog zeggen dat ik voor één extra jaar heb bijgetekend bij Thes. Vorige week is er met de mensen van Thes een akkoord gevonden om mijn contract te verlengen, dus we doen er nog een jaartje bij.“
Heb je begrip voor de keuze van de huidige trainer?
“Absoluut! Het werk dat je als trainer hebt, is nog intensiever als dat van een speler. Een speler heeft enkel de wedstrijden en trainingen, terwijl voor een trainer is daar nog een extra stuk van voorbereidingen bij. Ze bekijken andere wedstrijden, maken analyses en ga zo maar verder. Dat vraagt enorm veel tijd en energie. Als je dan thuis nog een gezin hebt, kan dat op een geven moment wel doorwegen. Als uw kinderen je zeggen dat ze u weinig zien, komt dat wel even binnen. Dan is de keuze om voor het gezin te kiezen wel begrijpelijk. Het is nu het derde jaar dat ik met hem kan samenwerken en dat is ook altijd goed gegaan.”
Heb je eraan gedacht om tijdens je zware blessure te stoppen met voetballen?
“Nee, absoluut niet! Die geruchten heb ik ook hier en daar gehoord, maar dat is niet het geval. Als je 31 bent heb je zelf de keuze. Je gaat vol voor je revalidatie om zo snel mogelijk terug te komen of je zegt tegen jezelf dat het goed is geweest. Daar vond ik mezelf nog wat te jong voor. Ik heb hard gewerkt om terug te keren en ben ook wel blij dat dit gelukt is. Bang om te hervallen had ik ook niet. Dat is vooral kwestie om jezelf daar mentaal over te zetten. De eerste training nadien was dat wel even wennen, maar dat ging al snel voorbij.”
Blijkbaar hou je van zetels?
(Schiet in de lach) “Ik weet vanwaar die vraag komt. Dat verhaal is eigenlijk al mijn eerste seizoen begonnen. We speelden altijd met drie verdedigers en hadden over het algemeen weinig werk achterin. Dan wordt er snel gezegd: ‘je voetbalt in een zetel’. Zeker ook in mijn geval omdat ik de achterste van de drie verdedigers was. Er werd dan wat lacherig gedaan door enkele ploeggenoten om me te plagen. Het blijft me ook nog steeds achtervolgen, maar dat vind ik zeker niet erg. Dat is ook een teken dat de sfeer hier goed zit.”
Even over je familie nu: Klopt het dat je ouders elke wedstrijd aanwezig zijn?
“Zeker, ze komen altijd kijken. Als ik op hetzelfde moment speel als mijn broer Hans, splitsen ze elkaar op. Is dat niet het geval, dan komen ze beide wel kijken. Soms gebeurd het wel dat Hans een topwedstrijd heeft en dat wij met Thes een verre verplaatsing hebben of een wedstrijd waar de omstandigheden niet top zijn. Dan kan het gebeuren dat ze allebei naar Hans gaan, maar dan heb ik daar zelf ook geen enkel probleem mee. Het zou ook goed kunnen dat ik dat dan zelf aan hen voorstel.”
Praat je met jouw broer Hans vaak over voetbal of is dat bijzaak?
“Na een wedstrijd worden er wel wat berichtjes gestuurd. We horen mekaar ook wekelijks, maar dan gaat het zeker niet altijd over voetbal. Het komt wel aan bod, maar dat is geen prioriteit. Hij is peter van mijn zoontje en ik van zijn dochtertje dus het gaat vooral over familiezaken. Het blijft nog steeds mijn broer dus dat kunnen we wel goed gescheiden houden. Het moet niet altijd over voetbal gaan, gelukkig maar.”
“Wij hebben een heel goede band. Ik ben twee jaar ouder als hem, maar die band is altijd al heel goed geweest. Dat is ook gegroeid door samen te voetballen in Lommel. Dat geeft ook wel iets bijzonders. Ook al wonen wij nu op zo’n 200 km van elkaar, toch blijft die band uitstekend. Wij zijn beide ook gevoelsmensen. We zijn zeker niet de personen die ergens anders gaan voetballen voor het geld. Ik zit al een hele tijd bij Thes Sport en Hans bij Club Brugge. Dat wil ook wel zeggen dat als we ons ergens goed en gewaardeerd voelen, dat wij daar gelukkig zijn.”
Is jouw zoontje Mattis je allergrootste fan en begrijpt hij het spelletje al?
“Hij begrijpt nog niet echt wat er gebeurt. In de voorbereiding is hij al een paar keer komen kijken omdat die wedstrijden meestal wat vroeger zijn. De wedstrijden in de competitie zijn nog te laat voor hem. Er is ook nog geen verschil door mij te zien in een outfit van Thes of in dagdagelijkse kleding. Als hij thuis wat probeert te stappen en hij ziet een bal, wilt hij daar altijd wel tegen sjotten. Op dat gebied zit het dus al goed.”
Speel je liever thuis- of uitwedstrijden?
“Ik denk dat je met een goed publiek zoals hier in Thes altijd liever thuiswedstrijden speelt. Al zijn er ook wel uitwedstrijden geweest in het verleden waar je als speler naar uitkijkt. Wedstrijden met heel veel volk en veel sfeer zoals op de Bosuil tegen Antwerp of op RWDM is ook altijd wel leuk om mee te maken. Al is er wel niks zo leuk als voor uw eigen publiek te spelen.”
Wanneer is het seizoen voor jou geslaagd?
“Zolang ik zelf mijn niveau blijf halen en genoeg wedstrijden speel. Voorlopig is dat goed aan het lukken. Als ploeg moeten we de positieve lijn van de voorbije weken gewoon doortrekken. Het voetbal gaat de laatste weken steeds beter en beter. Nu moeten we nog proberen om meer wedstrijden te gaan winnen, maar we zijn zeker op de goede weg.”
Tenslotte ga ik je vijf dilemma’s voorschotelen. Je trekt telkens twee kaartjes waar een dilemma opstaat en je kiest het meest passende voor jou.
Je hebt voor altijd hoofdpijn – Je bent de enige op aarde
“Geef mij dan maar: ‘Je hebt voor altijd hoofdpijn.’ Zo helemaal alleen zijn dat is maar niks, dat vind ik maar saai. Ik heb veel liever een hoop mensen rondom mij.”
Je staat bekend als een leugenaar – Je weet niet hoe je moet lezen
“Dan kies ik voor: ‘Je weet niet hoe je moet lezen.’ Liegen vind ik niet fijn. Er is niks zo erg als liegen. Als je iets hebt misdaan, kan je er beter gewoon voor uitkomen. Ik ben leerkracht en probeer de leerlingen ook te leren dat je altijd eerlijk moet zijn.”
Je komt vast te zitten in een tijdloep van de laatste week – Nooit meer met iemand kunnen praten
“Nu moet ik even nadenken. Ik ga toch voor: ‘Je komt vast te zitten in een tijdloep van de laatste week.’ Het was wel een leuke week want mijn zoontje was jarig. Nooit meer kunnen praten is ook wel erg, maar het geluk van mijn zoontje gaat boven alles.”
Elke week een verslag van 10 000 woorden maken – Nooit meer kunnen autorijden
“Als je niet kan autorijden, moeten ze maar taxi spelen voor mij. Dan vind ik: ‘Elke week een verslag van 10 000 woorden maken’ een stuk erger. Als je dat elke week moet doen, kan dat wel vermoeiden zijn. Liever niet met de auto kunnen rijden dan.”
Voor altijd de hik hebben – Je leeft in een simulatie
“Doe dan maar: ‘Je leeft in een simulatie.’ Altijd maar de hik hebben is niet fijn volgens mij. Dan leef ik liever in een simulatie. Dat zijn wel stevige dilemma’s hoor!”